de geschiedenis van de familie Wolf(f)

 

Kruisdijk 14b  |  7122 JX Aalten  |  Tel: (0543) 466342  |  Fax: (0543) 466360  |  e-mail info@fagus-uitgeverij.nl

Windesheimers op de heide,

Het was een prima plaats, die de kloosterlingen uit Windesheim in 1429 aangeboden kregen. Er was meer dan voldoende water, winbare klei en een grote heide voor schapen. De Windesheimers hadden door politieke strubbelingen hun klooster bij Zwolle moeten verlaten. De vluchtelingen hoorden bij een geestelijke en kerkelijke vernieuwingsbeweging in de late middeleeuwen: de moderne devotie. Geert Grote uit Deventer (1340-1384) had hiertoe de aanzet gegeven en zijn ‘spirit’ verspreidde zich vanuit het stroomgebied van de IJssel. Men kan spreken van een West-Europese geestelijke beweging.

De edelman Derck van Lintelo schonk de ontheemden zijn grond in een hoek van de Schaersheide, tegen de rand van een moeras. Een nieuw klooster werd gesticht: ‘Nazareth’, in de volksmond ‘klooster Schaer’. Toen het conflict voorbij was, keerde een deel van de mannen huiswaarts. De achtergebleven kloosterlingen financierden de uitbreiding van het eenvoudige huis uit schenkingen ter ere Gods. De gift van de Zutphense patriciër Conraedt Slindewater gaf mede ‘body’ aan het jonge klooster van het kapittel van Windesheim.

De kloosterlingen waren bedreven in het watermanagement om de voeten droog te houden op de natte gronden, maar ook voor het gebruik van waterkracht en het op peil houden van de vijvers en grachten. De merkwaardige ‘Schans’ in het kloostergebied was een onderdeel van de waterhuishouding en mogelijk ooit een kluizenaarsplaats.

In geestelijke zin waarborgde het klooster een verbinding met andere kloosters van de moderne devotie door het jaarlijks te houden generaal kapittel. De Windesheimse kloosterverenging, waartoe Nazareth behoorde, was in haar bloeiperiode een factor van belang in de laatmiddeleeuwse samenleving. Die was in al haar aardse vezels doordrongen van een hoger bestaan.

Nazareth was ook een bedrijf. Het bezat profijtelijke gronden in de polders van Nijbroek op de Veluwe, ten zuiden van Doesburg en boerderijen in de regio. Op een speciale plek bij het klooster werden wilde paarden bijeengedreven en op de heide tot onder Grol graasden schapen.

De verovering van Bredevoort door Prins Maurits in 1597 luidde de definitieve ondergang van het klooster in. Het verzet daartegen van de laatste prior, Johan van Vueren, eerder leider van het klooster de Agnietenberg bij Zwolle, laat nog de geest van de moderne devotie zien.

Onderzoek bracht veel interessant materiaal aan het licht. Door het betrekken van de geestelijke en materiële omgeving van het klooster is deze publicatie over de locatie Nazareth ook een geschiedenis van een woelige periode geworden. De auteur gaat tevens in op de culturele erfenis van het kloosterlandschap in de buurtschap ’t Klooster (gemeente Aalten). In de bijlagen is een voorlopige chronologische lijst met documenten van Nazareth opgenomen. Ook de geschiedenis van de Aaltense Kruiswegstaties in relatie tot het klooster en zijn spiritualiteit wordt in een bijlage behandeld. Deze staties behoren thans tot de collectie van het Catharijneconvent in Utrecht en zijn een voorbeeld van laatmiddeleeuwse devotie.

 

Windesheimers op de heide

Het verdwenen Klooster Nazareth bij Bredevoort en zijn geestelijke en materiële omgeving